Hoe het begon

Ik ben geboren in Gouda en opgegroeid in Gouderak in de Krimpenerwaard. Na het VWO ben ik in Wageningen gaan studeren. Tijdens mijn studie heb ik mij gespecialiseerd in de biochemie en de microbiologie. De wereld van het kleine, oog voor de details. Het komt nu weer terug in de schilderijen die ik maak.

Na mijn studie heb ik diverse functies gehad in onderzoek en onderwijs. Nu houd ik me veel bezig met schilderen. Daarnaast tuinier ik graag. Ik onderhoud verschillende tuinen, van mezelf en van particulieren.

Ik ben jaren geleden begonnen met tekenen. Nog steeds maak ik graag schetsen bijvoorbeeld als ik op vakantie ben maar soms ook als ik even in de zon zit in mijn eigen tuin.

Sinds 2008 heb ik een aantal jaar schilderlessen gevolgd. Hierbij heb ik vooral gewerkt met acrylverf.  De afgelopen jaren ben ik ook begonnen met het schilderen met ei-tempera. Tot de uitvinding van olieverf in de vijftiende eeuw was dit een veelgebruikt medium om mee te schilderen. Het wordt nog steeds gebruikt voor het maken van iconen. 

Geboorte icoon 24 x 30 cm, ei-tempera op paneel

Hoe ga ik te werk

De inspiratie voor mijn schilderijen komt vaak uit mijn directe leefomgeving, onderwerpen waar ik iets mee heb. Bloemen en groenten uit mijn eigen tuinen of de landschappen rond mijn woonplaats Gouda.

Als ik bijvoorbeeld een bloem schilder, gaat het mij om meer dan het nauwkeurig weergeven van die ene bloem. Ik probeer iets weer te geven van de wereld van de bloemen en van het prachtige spel van het licht met de planten.

Vaak werk ik mijn ideeen eerst uit in een aantal schetsen, maar soms begin ik gewoon maar te schilderen en wordt tijdens het schilderproces pas duidelijk welke kant ik op wil. Door al die opeenvolgende lagen verf ontstaat een schilderij dat rijk is aan kleur en structuur.

		Drie opeenvolgende stadia van het schilderij 'Aarde'

Laatst vroeg iemand om wat uitleg bij het schilderij "Krimpenerwaard met zonsondergang ":

Het is geschilderd met acrylverf, een verf op waterbasis die snel droogt
zodat in korte tijd heel veel lagen achter elkaar kunnen worden aangebracht.
Ik breng eerst met grove kwasten een heel aantal lagen in verschillende
tinten aan, bijv. voor de voorgrond met gras eerst roodachtige tinten
gemengd met okerkleuren of omber en daarna groene tinten en tenslotte kleine 
accenten geel en oker voor een warme gloed. Ik tamponeer de laatste lagen met een
waaierkwast of een andere grove kwast zodat ik op het doek stippen en
streepjes in de genoemde kleuren krijg, waardoor een suggestie van
grassprieten en pollen ontstaat. Ik gebruik hierbij enigzins droge verf zodat
deze niet uitloopt. Op de voorgrond breng ik met fijne kwast als laatste
losse sprieten aan en andere details. Meer naar achteren breng ik een 
laagje verdunde groene verf gemengd met wat zinkwit en omber aan zodat diepte ontstaat.

Voor de luchten verdun ik de verf juist met water en breng steeds dunne 
laagjes aan die ik op het doek met elkaar meng zodat in de wolken heel veel
kleurschakeringen ontstaan. Voor de fel verlichte plekken gebruik ik wit met
iets gele verf. Daarover breng ik een heel dun laagje vermillioenrood aan
met hoog pigmentgehalte voor intense kleur. Door de onderliggende lichtgele
laag gloeit het als het ware iets op.